Michel Gondry: ‘Ik ben iets slimmer nu ik niet meer gek ben’

In de eerste vijf minuten van het interview is regisseur Michel Gondry (60) al aan het ontregelen. Hij becommentarieert mijn uiterlijk – is dat nagellak bij een man? – en zwijmelt over zijn jeugdheld Johan Cruijff: „Ik wil simpelweg wat van je interviewtijd verspillen.”

Snel wordt duidelijk waarom. Sinds de première van Le livre des solutions, zijn eerste film in acht jaar, stellen hongerige journalisten de meest confronterende vragen over Gondry’s leven. Waarom duurt het tegenwoordig zo lang voor hem om een film te maken? Hoe was het voor hem toen hij bezweek onder de druk en mentale problemen? En, de allerergste vraag: hoe, waarom, wanneer, maakte hij zijn beste film: Eternal Sunshine of the Spotless Mind? Antwoord, bondig: „Ik hoop nog altijd dat ik een film maak waardoor mensen díé film vergeten. Maar ik denk niet dat mijn hart het zo lang volhoudt.” Een tragisch, maar kenmerkend lot, voor een baanbrekende maar getroubleerde filmmaker.

Ontploffing

Gondry’s nieuwste film gaat over zijn „ontploffing”. In 2013, tijdens het filmen van L’Écume des jours, krijgt Gondry een „manische episode”. Hij kan geen onderscheid meer maken tussen briljante en onzinnige ideeën. Hij besluit plots twee dagen lang een documentaire over een mier te maken. Hij huurt een orkest in dat hij zelf wil dirigeren, zónder bladmuziek. Hij wil burgemeester worden, een kapperszaak openen en een boek schrijven met advies (solutions)… Wonder boven wonder komt de film af. Hij wordt lauwtjes ontvangen.

Gondry: „Le livre des solutions gaat over die tijd. Over het maken van een film terwijl alles misgaat in je hoofd. De druk van het filmen, en het vérfilmen van een Franse klassieker werd te veel. Zeker omdat bleek dat mijn mentale ziekte [Gondry is bipolair, red.] erger wordt naar mate ik ouder word.”

Als je terugblikt op Gondry’s carrière lijkt het alsof een ontploffing onvermijdelijk was. Altijd al was zijn werk betrekkelijk manisch en tijdens turbulente jaren in de filmwereld werd de druk steeds hoger.

Hij was altijd een groot talent. Gondry’s werk was sinds de eerste muziekvideo’s die hij begin jaren negentig regisseerde voor de band waarin hij drumde, direct herkenbaar, idiosyncratisch. In de praktische, uiterlijke kenmerken: fel kleurgebruik, een creatieve, bevreemdende mix tussen methodes als stop-motion, animatie en live-actionfilm. En vaak ook in de thematiek. Het werk van Gondry is dromerig en mild surrealistisch. Het heeft iets eeuwig jeugdigs: alsof de volwassenen, en hun serieuze problemen tegelijkertijd écht zijn én zich afspelen in de dagdroom van een tiener, tijdens een saaie les.

Het is hoe Gondry’s geest werkt, legt hij uit. „Mijn brein werkt heel hard. Ik heb heel erg veel ideeën. Soms gaat dat goed. In andere gevallen word ik heel erg boos tijdens het filmen. Als kind had ik het denk ik ook al. Ik kan me herinneren dat ik plots met brood begon te gooien.”

Het was zijn originele, ietwat manische stijl waardoor hij opviel bij Björk, toen zij een filmpje van zijn band zag. Hij werd huisregisseur van de IJslandse popster. En groeide, in de wereld van de muziekvideo, uit tot de ‘Koning van Indiemuziek’. Hij werkte voor The White Stripes, Queens of the Stone Age, Radiohead, Daft Punk, Foo Fighters, Sinéad O’Connor, The Rolling Stones, Paul McCartney.

Eternal Sunshine

In 2001 maakte hij zijn eerste film, Human Nature, met scenarist Charlie Kaufman – ook een van de meest originele auteurs van zijn generatie – die vlak daarvoor Being John Malkovich maakte. De film, over een man die opgevoed is als aap en in contact komt met een psycholoog en een schrijver, was een enorme flop. Maar het legde wel de basis voor het grootste succes van Gondry: Eternal Sunshine of the Spotless Mind.

Samen met Charlie Kaufman schreef hij de film over twee ex-geliefden die de herinnering aan elkaar operatief uit hun brein laten verwijderen. Met als gevolg dat ze elkaar weer ontmoeten, opnieuw verliefd worden, en opnieuw uit elkaar gaan, in eindeloze herhaling.

Dat klinkt cynisch, maar Gondry wilde juist verder gaan dan een wrange boodschap. Aan het einde accepteren de geliefden dat ze gedoemd zijn elkaar te vinden, vergeten en hervinden. Hun liefde is dat waard. Eternal Sunshine of the Spotless Mind put betekenis uit betekenisloosheid. Daarmee werd het een van de eerste post-postmoderne films, die van grote invloed was op bijvoorbeeld Daniels, de Oscarwinnende regisseurs van Everything, Everywhere, All at Once. Kaufman en Gondry wonnen een Oscar voor Beste Scenario.

Nu wil Gondry niks meer over de film kwijt, behalve: „Ik vind het wel grappig dat ik nog steeds films kan maken omdat mensen denken dat ik nog een Eternal Sunshine zal maken.”

Hij zou de film inderdaad nooit meer overtreffen. In de jaren daarna maakte hij films die óf te ontregelend, idiosyncratisch en hallucinogeen waren voor de meeste kijkers, zoals The Science of Sleep (2006), over een man wiens dromen onafscheidelijk zijn van zijn leven. Of films die té conventioneel voelden, zoals Be Kind Rewind (2008), over de medewerkers van een videotheek die hun eigen versies van bekende films verhuurden. Al regisseerde hij wel een andersoortig giga-succes in deze tijd: de Nespresso-reclame What Else?, met George Clooney.

Michel Gondry tijdens het filmfestival van Cannes in mei van dit jaar.
Foto Marco Piovanotto/ABACAPRESS

In 2011 maakte Gondry een van de slechtste superheldenfilms aller tijden, The Green Hornet, en daarna verdween hij uit Hollywood.

Toen Gondry terugkeerde naar Frankrijk daalde de regelmaat waarmee hij films uitbracht. „Niet elke regisseur kan elk jaar een film maken. Je moet financiering krijgen, je idee uitleggen. Samenwerken met veel mensen is ook niet makkelijk.” De druk op elke film werd steeds hoger. Totdat hij, in 2013, ontplofte.

Lithium

„Ik ben iets slimmer nu ik niet meer gek ben”, grapt Gondry. Hij zit weer aan de medicatie. „Aanvankelijk was ik bang dat ik minder creatief zou worden. Maar volgens mij zitten er meer ideeën in mijn nieuwste film dan in die daarvoor.”

Hij praat wel wat trager. „Ik was eerst wat sneller, gevatter. Maar ik zei altijd dingen waar ik spijt van kreeg. Nu kan ik mijn gedachten vangen voor ik ze uitspreek. Vroeger was ik ook sneller boos. Dan ging ik naar de dokter, moest ik vijf minuten wachten, en liep ik boos weg. Dan straf je jezelf. Want dan moet je nog een afspraak maken. Of ik stuurde haatmails. Nu schrijf ik ze nog wel, maar houd ik ze als concept.”

Het blijft een zoektocht. Om te voorkomen dat zijn nieren te erg zouden verzwakken moest Gondry onlangs minder van een van zijn medicijnen nemen. De belangrijkste: lithium. „Dan gaat mijn brein weer sneller en word ik bozer. Daar heb ik therapie voor.”

Toch is Gondry de laatste jaren productiever dan ooit. Hij maakte samen met Jim Carrey, zijn Eternal Sunshine-hoofdrolspeler, de populaire serie Kidding, over een kindertelevisiemaker die zijn gezin kwijtraakt – zó Gondry dat het erop lijkt dat hij zichzelf persifleert.

Hij werkt aan een musical, gebaseerd op de jeugd van zanger Pharrell Williams met muzikanten als André 3000 en Mary J. Blige. En dan is er Le livre des solutions, die in première ging op Cannes. Klautert hij weer op in de filmindustrie? „Ik denk dat mensen deze film leuk vinden. Voor mij voelt het als een geneesmiddel. Mijn periode van gekte was niet voor niks.”

Le livre des solutions. Regie: Michel Gondry. Met: Pierre Niney, Blanche Gardin. Lengte: 103 min.